Merkencups…

TT Circuit Assen 2022. Foto Johan Vis
2022. Vijfde seizoen voor de Belgisch-Nederlandse Ford Fiesta Sprint Cup. Foto ©Johan Vis

Na het einde van het TCR Benelux-verhaal kwam het, ergens in december in 2017, in een Zaventemse brasserie vrij snel tot een eerste, informatieve meeting met Jo Declercq van Ford Belgium en Joost Custers, journalist, en – laat ons eerlijk wezen – eigenlijk ook de man die het idee lanceerde van de Ford Fiesta Sprint Cup. Ik werd gevraagd om me in 2018 te ontfermen over de communicatie van de nieuwe merkencup, maar na verloop van tijd geraakte ik steeds meer betrokken partij. Dat gold nog meer voor Dick van Elk, die zowel de organisatie als de opbouw van de veertig Fiesta’s overnam van DVB Racing. Ik had Dick en zijn mensen goed leren kennen toen wij met Kronos Events en TCR Benelux vaak aantraden tijdens enkele succesvolle meetings van zijn V-Max Racing Organisatie. Aanvankelijk zou ik ook voor hem in de eerste plaats ‘persman’ spelen, maar omdat hij de voordelen zag van een tweetalige Belg in een ‘Hollandse’ organisatie, nam ik nog voor de eerste meeting van de nieuwe Ford Fiesta Sprint Cup het Belgische luik volledig voor mijn rekening.

Ford Fiesta Sprint Cup 2019 – Bert Longin, voor Kenny Herremans, Philippe Huart en Hanne Terium: ronde na ronde werd er voor elke plaats, elke meter hard geknokt! Foto © V-Max Racing Management.

In TCR Benelux was gebleken dat vooral het financiële aspect een struikelblok was om voldoende auto’s aan de start te krijgen en precies dat element zou een belangrijke rol spelen in het succes van de Ford-merkencup. Oordeel zelf: met twee rijders betaalde men in 2017 bij een goed team zo’n 25.000 € voor een weekendje TCR-racen, terwijl je één jaar later, solo, voor datzelfde bedrag een full seizoen kon beleven achter het stuur van een Ford Fiesta Sprint Cup!

“Wetende dat de Longin Family gelinkt was aan garage Feyaerts en er nog andere Ford-verdelers interesse toonden voor de Cup, wierp ik daarom bij Dick van Elk het idee op tafel van een Ford Dealer Team Championship”

Het was daarenboven toegelaten om een Fiesta te delen met een andere rijder, maar met twee races van dertig minuten, ofte één ritje per rijder, kon dat niet veel kandidaten bekoren. Ja, in TCR Benelux zat in de prijs een Long Race én twee sprints, of twee keer dertig minuten racen per rijder… Wegens een zeer drukke kalender kozen Bert en Stienes Longin dat eerste jaar van de Fiesta Cup voor het verdelen van de weekends. Wetende dat er in Belcar punten werden gegeven aan de auto/nummer, was de familie Longin ervan uitgegaan dat zij ook in de Ford Fiesta Sprint Cup samen voor hetzelfde kampioenschap konden strijden. Toen ik negatief diende te antwoorden op de vraag van Bert – “neen, de punten die jij kan behalen worden niét samengeteld met die van Stienes” – gingen mijn gedachten wel terug naar wat ik in TCR Benelux en destijds in het BK Rally had gelanceerd: een teamkampioenschap, specifiek voor de tuners en teams zoals Guy Colsoul Rallysport, Jos Boon Racing, Bernard Munster Autosport enz. Wetende dat de Longin Family gelinkt was aan garage Feyaerts en er nog andere Ford-verdelers interesse toonden voor de Cup, wierp ik daarom bij Dick van Elk het idee op tafel van een Ford Dealer Team Championship. Met negen Ford-garages, die borg stonden voor liefst dertien Fiesta’s, was het Ford Dealer Team Championship een schot in de roos! FordStore Feyaerts won de eerste editie, waarop FordStore Vanspringel in 2019 zegevierde en de mannen van Tom Feyaerts in 2020 opnieuw de grootste beker naar Aarschot brachten. In 2021 pakte Ford Vanspringel alle prijzen: het Ford Dealer Team en algemeen én Junior met Nathan Vanspringel. In 2022 ging de Dealer-titel naar Ford Peerlings, met dank aan Tomas De Backer.

FordStore Vanspringel – hier met Martin Leburton in 2018 – , FordStore Feyaerts en Ford Peerlings verdeelden tot hiertoe de winst in het Ford Dealer Team Championship. Foto© Jacques Letihon

In dat eerste jaar deelden de Belgische Fiesta’s vaak de piste met de Nederlanders – goed voor een startveld van zowat dertig Fiesta’s! – maar eigenlijk beleefden zij twee aparte races, met ook volledig gescheiden klassementen en dito podiums. Omdat er voor de tweede uitgave een lichte terugval was van het aantal deelnemers, zowel in het Noorden als in België, en bij Dick het kostenplaatje – lees betalen van track time – voor het organiseren van twee gescheiden races begon door te wegen, kwamen de twee Fiesta-klassen voortaan in alle races samen op de piste. Samen, maar nog steeds met aparte klassementen, en niettemin een soort virtueel duel, want in het heetst van de strijd gaat geen enkele coureur vroeger van het gas, zelfs al weet hij of zij dat de Nederlandse/Belgische concurrent in kwestie aan de finish niet meetelt. Om die virtuele strijd toch een zekere waarde te geven, opperde ik het idee van een België-Nederland en kwam ik op de proppen met de Dutch Belgian Super Star, met punten voor de top 20 België-Nederland. Zoek maar niet naar een reglement of zo. Die Dutch Belgian bestaat enkel in… mijn hoofd, en als ik op zondagavond een top 20 voor België-Nederland opstel en de winnaar 20 punten toeken, de tweede 19, de derde 18 enz.

In 2022 domineerde Tomas De Backer en schonk Ford Peerlings een eerste titel in het Ford Dealer Team Championship! Foto ©Johan Vis

De genaamde Dutch Belgian Super Star werd ondertussen omgevormd door een door de Nederlandse KNAF erkende Benelux Ford Fiesta Sprint Cup – met een rechtstreekse confrontatie België-Nederland – en gelden er, ook in Benelux-verband, nog enkel ondergeschikte klassen zoals Junior, Gold Cup (rijders vanaf 30 jaar) en de (nieuwe) Ford Dealer Team Cup, waarin zowel Belgische als Nederlandse Ford-garages uitkomen.

Met deur-aan-deur gevechten staat de Ford Fiesta Sprint Cup ondertussen al zes jaar borg voor mooie inhaalacties, onverwachte wendingen en niet op zijn minst een vol veld Fiesta-coureurs die ronde na ronde voor elke plaats, elke meter knokken. Met weinig vermogen is het immers de coureur die het verschil maakt en niét de auto of de pk’s! Met enkele ex-Fiesta-jongens die ondertussen doorstroomden naar de pk-rijkere BMW M2 Cup en er vooraan meedraaien, bevestigen we eens te meer dat de Ford Fiesta Sprint Cup een ideale kweekvijver is en blijft. En dan hebben we het nog niet gehad over Loek Hartog – nu een topper in de internationale Porsche Cup – of tweevoudig Fiesta-kampioen Kenny Herremans (nu in de Europese GT4).

Het betrekken van Ford-verdelers in een Belgische merkencup had ik eerder gezien bij de lancering van de Ford Escort Mexico Trophy. Nadat in 1972 de toeschouwers tijdens de Grote Prijs van Zolder voor de eerste keer de Britse Ford Escort Mexico Trophy te zien kregen, – wiens race deel uitmaakte van de opnames van de Vlaamse film ‘Jonny en Jessy’, waaraan Gilbert Staepelaere zaliger deelnam als stand-in voor hoofdacteur Wies ‘Jonny’ Andersen – besliste Ford België om in 1973 een Belgische Ford Escort Mexico Trophy te organiseren.

Het waren 14 RS-dealers die borg stonden voor de inzet van één of meerdere Mexico’s. Elke RS-dealer werd gevraagd zoveel mogelijk een beroep te doen op lokale rijders en zodoende zat Eddy Joosen in de Escort van het Ekerse De Kort, Jos Stolck (later winnaar van de 24 Uren Zolder) reed voor het Antwerpse Autostrade Motors (nadien Permeke Motors, nu Van Mossel), Raymond Raus stuurde voor het Diestse Meelbergs (nu Morren Motor), Brusselaar Michel De Deyne (die nadien werd vervangen door Claude Dewael) reed voor het toenmalige Schoeters, viervoudig slalomkampioen Alain Semoulin kwam uit voor het ondertussen gestopte Cégéac, er was Gentenaar Dolf Moortgat bij Vandersmissen (nu Ciac), enz.

In 1973 kregen de Zolderse toeschouwers voor de eerste keer de zuiver Belgische Ford Escort Mexico Trophy te zien.

BP was nog steeds sponsor van Ford België en dus kleurden de RS-auto’s geelgroen, maar de Mexico stond ook open voor onafhankelijke rijders. Zo maakte vijfvoudig wereldkampioen karting François Goldstein via de Mexico de switch naar de autosport en ex-Belgisch kampioen Jean-Claude Franck organiseerde het Euro Racing Stuurwiel (met auto’s voor finalisten de Jamblinne, later Vee-kampioen Vanderest en racende tandarts Fermine). Idem operatie bij de Belgian Racing School van Paul Deetens (met Wansart, Schimp en de Ville als finalisten) en dan waren er nog privé-rijders zoals Wilfried Van Dyck, broer van Freddy “Mediagroep Van Dyck”, een zekere Franz Dubois en het Lommelse Innara/Vanhool-team met Gaston Baillien…

Als trouwe toeschouwers op Circuit Zolder waren wij verkocht voor het spektakel, het treintje-rijden van de bontgekleurde Mexico’s. En zelfs zonder programmaboekje in de hand kon je de twee manches, ééntje ’s morgens en een andere heat om de dag af te sluiten, niet missen. Want de komst van de Ford BP Mexico Trophy op de startgrid werd telkens aangekondigd door het uit de luidsprekers van Circuit Zolder schallen van de hit van de Les Humphries Singers uit 1972: Mexico, Mexico, Mexico, Mexico!

“Op het vlak van het respecteren (of beter omzeilen) van het technisch reglement, stond de Mexico bekend als de grote trukendoos!”

De eerste Mexico Trophy kwam op naam te staan van Goldstein, die zich na de zege op een doorregend Circuit Zolder zag opgenomen in de rangen van Schoeters. De man van Universal Pneus versloeg Schoeters-maatje Claude Dewael en de Jamblinne. Opmerkelijk: de eerste drie auto’s waren klaargemaakt door Sapporo, alias Eric Ollevier, de latere tovenaar van auto’s van de Semoulin-broers. Op het vlak van het respecteren (of beter omzeilen) van het technisch reglement, stond de Mexico bekend als de grote trukendoos!

De tweede uitgave werd gewonnen door Alain Semoulin, onder de vlag van het Team Michel Vaillant-Bang & Olufsen. Hij liet journalist Philippe De Leener, Roland de Jamblinne, Jean-François Vaney en debutant Fons Taels, die Mon Raus verving bij Ford Meelbergs, achter zich.

Dankzij zijn goede prestaties zag Fons Taels zich opgenomen binnen het BP Racing Team. Voor de vierde uitgave van de Mexico werd er samengewerkt met de Nederlandse Trophy. Wegens akkoorden met andere bandenleveranciers – Michelin voor de Nederlanders; Kleber bij de Belgen – golden er aparte startprocedures… Foto ©Daniël Delien.

Taels won vijf keer, zou tweede geëindigd zijn in de eindstand, maar wegens niet conforme onderdelen – de ziekte in de Mexico – verspeelde hij kostbare punten. Niettemin was hij de revelatie en zag hij zich opgenomen in het BP Racing Team dat in ’75 auto’s runde voor Albert Vanierschot (Alpine), Tricot (Opel Commodore) en Taels (Ford Escort Mexico).

Wegens té weinig Belgische deelnemers werd er nadien samengewerkt met Ford Nederland, maar omwille van technische verschillen – de Hollanders reden met Michelin en de Belgische Mexico’s stonden op Kleber – waren er twee afzonderlijke starts voor… dezelfde race! Slechts één man bleek té sterk in de match België-Nederland, en dat was Fons Taels. Hij won vijf keer, werd kampioen en kreeg als eerste prijs een Formule Ford… Vaney!

“Ik begon mij nog meer te interesseren in de merkenracerij en leerde heel wat andere rijders kennen, zoals Rémy Marquet, Valentin en later Paul Simons, Marc Donner, Maurice Gaspard, Guy Goffinet, Didier Noirhomme, Roger Rutten en… Pierre-Alain Thibaut!”

In dezelfde periode zag het Simca Racing Team het levenslicht en verscheen de multi-inzetbare, mosterdgroene Simca Rallye op de voorgrond in rally, circuit, klimkoersen en slalom.

Gezien mijn broer Paul “Toucheur” de slaloms en de Rétro-koersen in 1976 had verruild voor een deelname aan het BK Circuit – en er dankzij de punten in de kleinste klasse op een gegeven ogenblik aan de leiding verscheen van het algemeen klassement – sympathiseerden wij daar met andere Excelsior-rijders zoals Manu Goossens, Freddy Fruhauf, Roger Vandezande of Jacques La Rou die deelnamen aan de Simca Cup. Ik begon mij hierdoor nog meer te interesseren in de merkenracerij en leerde heel wat andere rijders kennen, zoals Rémy Marquet, Valentin en later Paul Simons, Marc Donner, Philippe Martin, Maurice Gaspard, Guy Goffinet, Didier Noirhomme, Roger Rutten en… Pierre-Alain Thibaut!

Parallel met de titelstrijd in de Simca Cup vormde later kampioen Manu Goossens tijdens de 600 Km van Spa in ’77 ploeg met Cup-rivaal Guy Goffinet in diens Simca! Foto ©Ralph Robinson

Ik herinner mij in ’77 de finale van de Simca Cup, tijdens de Zolderse Race Promotion Night. Er waren nog twee kandidaten voor de titel: Valentin Simons en Manu Goossens. Simons verwezenlijkte de “pole”, maar enkele ronden later gaf de motor van de Simca van het Kuringer Racing Team de geest. De Simons-clan trok naar de dichtstbijzijnde garage om de motor te vervangen, maar toen zij uiteindelijk konden terugkeren naar Circuit Zolder, was de start van de Simca Cup al gegeven. Manu Goossens zou de titel pakken, en Simons verloor zijn tweede plaats nog aan Marc Donner, later één van de grote bonzen bij D’Ieteren.

Na de Simca Cup, de Sunbeam Trophy, Talbot Cup in Frankrijk en de Benelux R5 Turbo Cup was Pierre-Alain Thibaut ook in de Clio Cup een hoofdrolspeler. Foto Renault Press

Pas in 1988 zag een echte Belgisch-Nederlandse Renault R5 Turbo Cup het levenslicht. En de man die zijn stempel zou drukken op de eersteling van de “vijf” heette, jawel, Pierre-Alain Thibaut. Met de komst van de eerste Clio Cup zat “PAT” weerom vooraan het veld en daar kreeg de voormalige directeur van het Circuit van Spa-Francorchamps het gezelschap van een zekere Pierre-Yves Corthals, die toen het Renault Belga Stuurwiel had gewonnen!

Ondertussen waren er binnen de toenmalige productieracerij al merkenraces zoals de Citroën Challenge (met Bruno Thiry), VW Polo Challenge (met William De Braekeleer, Marc Van Dalen, Karl Frahm), Toyota Starlet Cup (met Renaud Verreydt) en later Suzuki Swift Sho (met Eddy Van Esch, Damien Chaballe, Alain Plasch). In het eerste jaar van de Procar tenslotte startte Peugeot met de 309 Challenge (met een zekere Philippe Huart als één van de deelnemers…).

De Clio Cup bleef tot en met enkele jaren geleden de referentie in de Cup-racerij. Maar net zoals bij de Mexico’s werden de races al te vaak ontsierd door ontmantelingen, klachten allerhande en dus opschorten van uitslagen…

Na de 309 volgde de Peugeot 106 Trophy, waarin nog steeds jonge rijders de kans kregen de stiel te leren en zich in de kijker te rijden. De betreurde JP Mondron, links naast José Calcoen van Peugeot Belgium, was de ideale coach van de jonge welpen. We herkennen Sabine Dubois, Sylvie Delcour, Mathias Viaene (RIP), Olivier Bruixola, Tim Joosen, achteraan Nicolas Kropp en Pierre Chaudoir! Foto © Peugeot B.L.

Precies daarom koos men bij Peugeot in ’94 voor het principe van vijftien gelijkaardige Peugeots 106 “sleutel op de deur”! In de schaduw van het Supertoerisme – de Audi A4, Peugeot 406, Honda Accord, BMW 318i, Opel Vectra, Ford Mondeo – kregen jonge rijders aldus de unieke kans in de “Procar-race in de race” (goedkoop) leergeld te betalen. Idem verhaal bij BMW, waar RBM van Bart Mampaey vijftien gelijkaardige BMW’s Compact klaarstoomde.

Na de 309 volgde bij Peugeot de 106 Trophy, volgens het principe ‘sleutel op de deur’, en eveneens als ‘race in de race’ was Bart ‘RBM’ Mampaey verantwoordelijk voor de inzet van vijftien gelijkaardige BMW’s Compact. Foto ©BMW Belgium

Toen ik in 2000 door Kronos Racing werd gevraagd om mij te ontfermen over de nieuwe Mazda MX5 Trophy, wist ik redelijk goed wat mij te doen stond om deze promotiecup binnen de Procar te laten schitteren. Niettemin moet ik bekennen dat ik gedurende dat bewuste seizoen in loondienst van Kronos Racing vlug besefte dat ik als ex-journalist nog zeer veel had te leren en, gelukkig, kon terugvallen op de (commerciële) ervaring en doorzicht van Marc Van Dalen. Op basis van de werkwijze met de Peugeot 106 Cup opteerde Kronos Racing er dan ook voor om de Mazda’s te runnen volgens de ‘sleutel op de deur’ formule.

“Ik moet bekennen dat ik gedurende dat bewuste seizoen in loondienst van Kronos Racing vlug besefte dat ik als ex-journalist nog zeer veel had te leren en, gelukkig, kon terugvallen op de ervaring en doorzicht van Marc Van Dalen”

Daar waar er aanvankelijk werd gekozen voor aparte races, zoals in de Clio Cup, gaf Marc er finaal de voorkeur aan om de Mazda’s te laten opgaan in het, toen al, uitgedunde Procar-startveld. Omdat hij besefte dat het moeilijk zou worden om voor elke meeting vijftien auto’s aan de start te krijgen, rekening houdende met coureurs die plots afhaakten (auto kapot, geen of te weinig budget enz.) en het minder zou storen/opvallen als er twaalf of zelfs tien Mazda’s zouden opgaan in een pakket met andere Procar-deelnemers. Reglementen lezen, dat had ik tijdens mijn twee jaar bij ‘den bond’ onder de vingers gekregen, maar ik had écht geen kaas gegeten van het maken van ‘deals’. Ik was er eenvoudigweg van uitgegaan dat er voor elke deelnemende auto een fee diende betaald te worden en sloeg zelfs een beetje in paniek toen ik na de Racing Show in Luik, ergens in januari, meer dan honderd kandidaten telde voor de vijftien zitjes van één van de Mazda’s MX5!

Ook in de door Kronos Racing georganiseerde Mazda MX-5 Trophy waren Mazda-verdelers betrokken, zoals Van Herck Turnhout met Werner Van Herck die tot in de laatste race knokte voor de titel! Foto ©Kronos Racing

Ik leerde dra dat er een wezenlijk verschil bestond tussen ‘contacten’ en ‘interesse’ en concreet ondertekenen (en honoreren) van een contract met Kronos Racing/Mazda Racing Team. Met het naderen van de testdag en de eerste meeting op Circuit Zolder prijsden wij ons tevreden dat drie Mazda-dealers – twee auto’s voor Deman, één bij Van Herck en Lemmens met zoon Raf en vriend Jochen Magar – en enkele betalende coureurs – Vanderpluym, Richard, Geoffroy – de voorlopige deelnemerslijst sierden, maar voor het invullen van de resterende auto’s moest er ‘gerekend’ worden op de voor mij nog niet zo gangbare ‘deals’. Zo verzekerde Nicolas Kropp zich van een stuurtje, via een akkoord met Radio Contact en, niet op zijn minst, een ‘ruil’ met Kronos via Créaset. Dat was het bedrijfje van vader Kropp, en die zou alle verplichte stickers voor de vijftien auto’s aanleveren, en wellicht ook voor de Kronos Peugeots 306 in Procar, hetgeen min of meer overeenstemde met het gevraagde budget. Ik meen mij te herinneren dat Stéphane Lémeret, naast échte centen van sponsors, ook terugviel op een ‘échange’ met Trends of was het de Belgische editie van Auto Hebdo? Olivier Bruixola kon op zijn beurt dan weer ‘rekenen’ op carrosserie Merova, het bedrijf van vader Henri, voor het laten herstellen van koetswerkonderdelen (en schade was er van bij de eerste confrontaties…), Peter Baert mocht een MX5 delen met Paul Simons met als tegenprestatie het coveren van de Mazda Trophy op Pitstop TV en om de verjaardag van het debuut van de Mazda RX7 – in 1980 – op de Belgische circuits te vieren, voorzagen we één guest car voor ex-Mazda RX7-rijders – Duez was de enige die toehapte – en Bertrand Gachot als één van de Mazda-winnaars van de 24 Uren van Le Mans. De vijftien Mazda’s geraakten op die manier voor de openingsmanche tijdens het New Race Festival op Circuit Zolder helemaal volzet.

Na eerdere ervaringen in de de 106 Trophy en de Toyota Yaris Cup speelde Olivier Bruixola ook in de Mazda MX-5 een hoofdrol. Foto ©Kronos Racing

Op de donderdag die het New Race Festival voorafging hing Max Weisenburger aan de telefoon met slecht nieuws: ‘Geen centen, geen budget, ik neem geen risico’s, ik haak af!’ Ik speelde de beslissing van Max door aan Marc, en één telefoontje van hem volstond om Max over de streep te trekken en vooralsnog aan de start te krijgen. We hadden immers ondertussen een akkoord gemaakt met Easy Auto, een onderafdeling van Roularta, voor het verwezenlijken van een zeer bescheiden website van de Mazda MX5 Trophy.  Op basis van een – jawel –  ruil met Mazda Beherman zouden we samen een stuk van het budget voor Max bij elkaar kunnen harken. Voor het volledig rondkrijgen van het financiële plaatje rekenden we er evenwel op dat Max races zou winnen en zo met de premies de gaatjes zou opvullen. In het budget dat Mazda had vrijgemaakt was er immers een aanzienlijke ‘pot’ voorzien met premies. Een overwinning leverde 2.000 € op, idem voor de pole position, 1.750 € ging er in elke race naar de snelste ronde, goed voor een totaal van 12.500 € prijzengeld dat per race-weekend werd uitgekeerd.

“De eindwinnaar van de Mazda MX5 Trophy keerde huiswaarts met een fonkelnieuwe Mazda MX5!”

Een Mazda-meeting bestond uit liefst vier sprints maar punten werden verdeeld op basis van een scratch-klassement. Het was die klassering – en niet het winnen van elke race – die gold voor het bepalen van de kansen voor het winnen van de jackpot of het behalen van drie achtereenvolgende eerste plaatsen. De extra prijzenpot – een letterlijk verzekerde gok, met dank aan Tolrip – ging na afloop van de Spa Euro Race naar, jawel, Max Weisenburger en hij passeerde op het einde van het seizoen ook nog eens langs de kassa, net zoals de anderen in de Top 3, terwijl de Junior-kampioen een gratis seizoen in 2001 kreeg aangeboden. En dat was nog niet alles, want de eindwinnaar van de Mazda MX5 Trophy keerde huiswaarts met een fonkelnieuwe Mazda MX5!  Dus, ja, Max kwam weliswaar zonder één cent aan de start van de eerste meeting, maar dankzij de premies én de verkoop van de MX5 wees zijn financiële balans eind 2000 op een lichte winst.

Max Weisenburger werd kampioen, na een felle strijd met Loïc Deman en Werner Van Herck en Olivier Bruixola en Stéphane Lémeret als scheidsrechters. Foto ©Kronos Racing

Vijftien Mazda’s voor de openingsmanche, maar onder invloed van nogal wat schade – en total loss voor Laurent Richard – en uiteindelijk niet rondkrijgen van extra budget, haakten sommige coureurs af en bleef er voor de tweede meeting op Spa-Francorchamps meer dan één MX5 onbezet stilstaan in de grote tent van het genaamde Mazda Racing Team. Ik bleef al die tijd nog onderhandelen met potentiële coureurs en één ervan had een fabrikant van autoradio’s aan de haak geslagen, voor de inzet van twee Mazda’s, full in de kleuren van het bewuste merk. Ik werd uitgenodigd op de hoofdzetel van het bedrijf en daar kreeg ik te horen wat het opzet was achter de ‘sponsoring’: men wilde vooreerst tot een akkoord komen met de Mazda-importeur voor een exclusief contract voor het aanleveren van radio’s bij alle dealers, alle garages. Ik besefte meteen dat zo’n operatie niet tot mijn taak behoorde en dat er heel wat tijd zou overgaan vooraleer er überhaupt een commercieel akkoord zou kunnen beklonken worden. Over en out.

“De vijftien Mazda’s waren allen identiek, zij werden voor en de na de meetings volledig door Kronos Racing onderhouden en gereviseerd”

Uit noodzaak begonnen we daarop auto’s à la carte te verhuren – ik herinner mij de éénmalige deelname van ex-Peugeot Stuurwiel-winnaar Erik Groes. Halfweg het seizoen deelde Pierre-Yves Corthals nog een auto met David Sterckx en één keer slaagden we erin om de Van Hooydonk-broers – Jeffrey én Scott, ofte Je-Sco – te laten uitrukken met twee Mazda’s. Dat was dan weer mogelijk via een ruil tussen Mazda en vader Mike voor een event bij Inkart. De vijftien Mazda’s waren allen identiek, zij werden voor en de na de meetings volledig door Kronos Racing onderhouden en gereviseerd. Tijdens de meetings mochten externe helpers zich enkel bezighouden met banden, benzine en tijdwaarneming. Niettemin staken indianenverhalen over niet-identieke auto’s de kop op. Om zo’n verhaal te ontkrachten mocht Vincent Radermecker éénmalig achter het stuur kruipen van de blauwe Radio Contact en streed hij prompt in de kopgroep mee voor de overwinning.

Op de piste en in de uitslagen groeide de eerste (en ook enige échte) Mazda MX5 Trophy, made by Kronos Racing, uit tot een strijd om de titel tussen Max Weisenburger, Loïc Deman en Werner Van Herck, met Olivier Bruixola en Stéphane Lémeret als scherprechters. In het kader van het 24 Uren van Spa-weekend slaagden we erin om met de hulp van het Italiaanse Astra, dat in Italië een gelijkaardige Cup runde, de Belgian Mazda samen aan de start te brengen met de Italiaanse en tevens Zwitserse Mazda’s!

Troepenschouwing van de Belgische Mazda-rijders die het éénmalig opnamen tegen de Italiaanse en Zwitserse collega’s! Foto ©Kronos Racing

Hoewel er een tweejarige overeenkomst gold tussen Kronos Racing en de toenmalige Mazda-importeur, kwam er in 2001 geen verlenging voor de Belgische Mazda MX-5 Trophy.