Van een Europese wetgeving inzake tabaksreclame was anno 1986 in de verste verte nergens sprake. In Duitsland en ook het VK golden welbepaalde regeltjes die rechtstreekse tabaksreclame aan banden legden, maar handige marketingjongens slaagden er niettemin in om de ‘sigaretten’-auto’s nog goed herkenbaar te houden: de namen van de tabaksmerken werden in quasi bijna dezelfde outline lichtjes gewijzigd en behielden alzo de visuele verwijzing naar de oorspronkelijke naam. Het doet ons denken aan de Poule d’Or op de Luigi-Alfa’s, toen zij deelnamen aan de Europese race op de Nürburgring en wegens tabaksreclame verboden in Duitsland, en er niet konden aantreden in de bekende Boule d’Or-kleuren!
Groot was dan ook de verbazing in het kamp van Austin-Rover/Bastos Texaco dat zij wegens een (plots) verbod op tabaksreclame voor de finale van het EK op het Portugese Estoril de stickers van Bastos dienden te verwijderen of af te plakken! Toen die zondagochtend de voltallige directie van CINTA, de verdeler van Bastos in België, vanuit Lissabon met de helikopter in Estoril landde en zij zich rechtstreeks naar de startgrid begaven, moeten ze zich meer dan een bult hebben geschrokken bij het aanschouwen van de Rovers Vitesse-zonder-Bastos! Vooral omdat de eveneens op de grid aanwezige CiBiEmme #15 BMW 635 van het Zwitsers-Spaans duo Georges Bosshard-José Angel Sasiambarrena mooi was voorzien van het blauwe Ducados-logo, een sigarettenmerk dat toen, wereldwijd, deel uitmaakte van hetzelfde Imperial Tobacco en vooral verkocht werd op de Iberische markt! Gold die wet of gold ze niet? De man die verantwoordelijk was voor het checken van die regels had dan toch blijkbaar over het hoofd gezien dat er met Ducados een andere ‘roker’ aanwezig tekende…
Des te pijnlijker werd het voor de Bastos-clan, gezien Win Percy er in was geslaagd om de in theorie voor Austin Rover/TWR onmogelijke missie tot een goed einde te brengen en zich na afloop van de veertiende (!) Europese manche te kronen tot Europees Toerwagenkampioen! Op basis van het verloop van dat seizoen beschikte titelrivaal Roberto Ravaglia immers over de beste kaarten: de BMW 635 Csi was gedurende het hele jaar een toonbeeld van betrouwbaarheid, terwijl de Rover Vitesse nogal te vaak kreeg af te rekenen met fel slijtende banden. In Estoril liep het allemaal anders: Ravaglia koos pas halfweg om op de best gerangschikte BMW te stappen, die van co Ivan Capelli, maar had daarna technische pech en diende vrede te nemen met een negende plaats. Percy, bijgestaan door boss Tom Walkinshaw, ging voor een tweede plaats, achter de voor de eerste keer dat jaar winnende Eggenberger Sierra XR4i van Steve Soper-Klaus Niedzwiedz. Op de veertien resultaten werden de tien beste scores weerhouden en daarin haalde Percy het met één puntje verschil van Ravaglia en mocht aldus de titel richting het VK sturen…
Vier weken later kwam men in Parijs bij de (toen nog) FISA tot de vaststelling dat er bij het berekenen van de eindklassementen een vergissing was begaan: in de oorspronkelijke teksten van het sportief reglement stond wel degelijk ‘de vier slechtste resultaten schrappen’, maar in de loop van 1986 volgde er een correctie van dat artikel, waarin werd gesteld dat ‘de vijf slechtste resultaten zouden vervallen’. Een wijziging die blijkbaar zeer slecht (of niet) werd gecommuniceerd, want zowel FISA-officiëlen, teambazen, rijders als, jawel, journalisten hadden tot en met de finale in Portugal rekening gehouden met de tien beste resultaten. Het was journalist Joe Saward van het toonaangevende Autosport die als eerste uitpakte met de, zeg maar scoop dat niét Win Percy maar wel degelijk Roberto Ravaglia en dus BMW de titel pakten!
Zei Win Percy ons hierover, toen wij hem, eind 1990, in het Australische Adelaide spraken: “Ja, Joe Saward heeft mij toen geïnformeerd! Ik was nochtans op een eerlijke manier kampioen geworden en in Estoril is Marcel Servais, de technisch commissaris van de FISA, mij zelfs komen feliciteren. Wij hielden een groot feest, Austin Rover liet posters drukken en voerde rondom mijn bekroning en dus die van Austin Rover een heuse publiciteitscampagne. Ik ontving ondertussen van de FISA een uitnodiging voor de officiële prijsuitreiking, ik boekte een vlucht naar Parijs, en reserveerde een hotel voor mij en mijn echtgenote! Van de FISA heb ik daarna nooit nog iets gehoord, laat staan vernomen. Ik was niet teleurgesteld, neen, ik was woedend…”
In de nieuwe puntentelling – vijf slechtste resultaten én niet vier – kwam Roberto Ravaglia aan een totaal van 211 punten, tegenover 203 voor Win Percy. In de eindtabellen van het EK verdeelden BMW en Volvo (met het Belgische RAS Sport) met telkens vijf overwinningen de winst, tegenover drie triomfen voor Rover en ééntje voor Ford. Correctie. Na het protest van Austin Rover tegen Volvo in verband met het in het Zweedse Anderstorp gebruik van illegale benzine, werden de Zweeds-Belgische taxi’s van Ulf Granberg-Thomas Lindström en Johnny Cecotto-Anders Olofsson uitgesloten en ging de winst daar naar de Rover Vitesse van Gianfranco Brancatelli-Armin Hahne, waarmee Rover uiteindelijk op vier overwinningen kwam, ex-aequo met… Volvo!