Bijnamen. Het was vooral een specialiteit van de betreurde J.G.Mal-Voy om vrienden, collega’s of zelfs plaatsen te ‘herdopen’. Zo had hij het over de ‘journaliste de gauche’, waarmee hij doelde op de betreurde (en in zijn ogen té kritische) Robert Bellot. Hij sprak altijd over Marcel De Deyne, en niét Michel. Omdat men, uit onwetendheid, in het huisblad van D’Ieteren de afkorting M. De Deyne op een deelnemerslijst vrij had ingevuld door te kiezen voor de voornaam… Marcel. Le Chien, was dan weer de roepnaam van Marc Duez, omdat, dixit JG, Duez in zijn doen en laten even onvoorspelbaar was als een… hond. Het imposante gebouw van D’Ieteren in de Maliestraat ging dan weer door het leven als… La Patisserie! Omdat de ‘vitrine’ wel wat had van een in de jaren zeventig veel geziene modernere pasteibakkerszaken. En iemand die volgens hem weinig verstand had, lees té dom om het te helpen donderen, werd omschreven als ‘un penthouse à louer, non meublé’, waarbij hij met de wijsvinger een denkbeeldige, lege rechthoek op het voorhoofd tekende…
Maar dat Paul Taboureau, gedurende vele jaren de woordvoerder van BMW Belgium, door iedereen werd aangesproken als ‘noenkel’, kwam écht niet uit de koker van onze vriend J.G. Mal-Voy. Nochtans hadden zelfs de Franstalige journalisten het over ‘noenkel’ en stond niemand nog stil bij de oorsprong van die bijzondere roep/bijnaam!
We schrijven ergens in de jaren begin tachtig. Via de deelname van een BMW 323i Luigi in de Belgische rally’s zag PR & Press-verantwoordelijke Paul Taboureau zich verplicht zijn werkgever aldaar te vertegenwoordigen. Omdat de rally’s toen laat en vaak ’s nachts werden betwist – de Rallycommissie van Binnenlandse Rally’s bestond nog niet en dus was de rallysport nog niet onderhevig aan de strenge wetgeving – en zoals de traditie het wou, er ook vaak, euh, laat werd getafeld met het schrijversheir, wou Paul voor de terugkeer richting het Gentse geen risico’s nemen door zelf achter het stuur kruipen van de BMW-dienstwagen. Hij kende Etienne Van der Sluys goed en wist dat diens zoon Dirk gek was van autosport en rally’s in het bijzonder. Zo geschiedde dat Dirk mee mocht naar de BK-rally’s en er van hem werd verwacht ‘chauffeur’ te spelen voor de ritjes huiswaarts. Omdat Dirk daar in het rallycentrum veel in de buurt vertoefde van Paul en het een beetje in te kleden tegenover zijn oversten en de entourage bij BMW Luigi, kreeg Dirk de missie dat hij zich overal diende te presenteren als het… neefje van zijn oom Taboureau ofte ‘mijne noenkel Paul’!
Dient het te verwonderen dat men het nog enkel had over “noenkel” en iedereen ook meteen wist over wie het ging, als die naam viel? Nieuwkomers bij BMW Belgium in Kontich (en later Bornem) kregen uiteraard in hun briefing niet meteen mee hoe de PR & Press-man diende aangesproken te worden, want die heette eenvoudigweg Paul Taboureau! Tot de dag kwam dat twee bezoekers – ik heb altijd een vermoeden gehad dat het ging om Eddy Den Tandt en Guy De Schepper van Marlboro/Eleven – zich aan de receptie in Bornem kwamen aanmelden en op de vraag met wie zij een afspraak hadden, het klonk van “met noenkel”. Waarop de receptioniste Katrien Léonard, de toenmalige secretaresse én (nog) niet op de hoogte van de bijnaam van haar baas, belde met de melding dat ‘er twee neven van mijnheer Taboureau aan de receptie stonden!”
Taboureau kende uiteraard goed Leo van der Linden, de toenmalige hoofdredacteur van Autokrant, en via Leo mocht Dirk vanaf nummer 1 van Autokrant verslag doen over de regionale autosport en lazen we voor de eerste keer stukjes die ondertekend werden door ‘DVDS’. In de beginperiode van Autokrant schreven heel wat journalisten ook voor het maandelijkse Auto & Sport en toen Guido Rijmenans, uitgever van Autokrant, het een beetje beu was om van zijn redactie voortdurend te vernemen dat onze goede vriend Marc Martens steeds opnieuw té laat zijn verslagen van het BK Rally aanleverde, kreeg ‘DVDS’ een unieke kans. Hij werd verslaggever van het BK en stond aldus borg voor spraakmakende interviews met Robert Droogmans en nationaal rallykampioen Flory Roothaert.
Na een kortstondige overstap naar Auto & Sport en een al even snelle terugkeer naar Autokrant, ging Dirk in op het aanbod om assistent-PR te worden bij de toenmalige Alfa Romeo-importeur (voor de ietwat oudere lezers, zijn ‘baas’ was de genaamde Paul Henry). Parallel kon Dirk het niet laten sporadisch aan de start te verschijnen in rally – als co van goede vriend Bernard Munster – en op circuit (met o.m. de Challenge Citroën Visa). Na Alfa Romeo nam hij als press officer dienst bij Mitsubishi Moorkens en stond hij via Guy Colsoul Rallysport borg voor de komst van enkele jongeren zoals Pascal Smets en, vooral, François Duval. Hij werkte in het JWRC nog voor Suzuki Motorsport en daarop ontstond de samenwerking met Wim De Boeck en de oprichting van Symtech Racing. Aanvankelijk bestond de activiteit uit het runnen en verhuren van rally-auto’s. Onder de vlag van officieel STI-team behaalden zij met Kajetan Kajetanowicz de Poolse rallytitel en in het WK Rally in 2011 tekende Symtech met Hayden Paddon voor de kroon in het P-WRC. Sinds enige tijd verwierven hij en Wim wereldwijd bekendheid met Winmax-remmen. Of hoe het ‘neefje’ van Paul Taboureau een eigen leven leidde…