Ik heb nooit de ambitie gehad om voor televisie te werken. Schoenmaker blijf bij je leest, weet u wel. Niettemin werd ik gedurende mijn carrière als autosportjournalist vaak gevraagd om, off screen, commentaar te geven. Dat had vaak alles te maken met mijn kennis van, inderdaad, de 24 Uren van Spa-Francorchamps en de toerwagenracerij!
We schrijven 1987. De Zolderse EG Trophy telde weer mee voor het EK, de 24 Uren stond op de kalender van het nieuwgeboren WK, Thierry Boutsen zat zowel in Zolder als in Spa in de favoriete Texaco Sierra van Eggenberger en Vlaming Philip Verellen was één van de toppers in het BK Circuit. Hierover wou Dirk De Weert, toen BRT en later Ring TV én een autosportfan in hart en nieren, duiding geven door mij wat vragen stellen voor een reportage in Sportweekend. Ik was toen net voor kerk en staat gehuwd en omdat ik de pastoor van de kleine Sint Stefaansparochie een toffe peer vond, ging ik nog wel eens op zondag naar de kerk. “Ik heb je op tv gezien,” hield hij mij tijdens de communie even staande! Het effect van een verschijning op het kleine scherm…
Het was dezelfde Dirk De Weert die mij in ’91 vroeg als co-commentator voor de ‘live’ van de 24 Uren van Spa op VRT. Ik herinner mij de beelden van de laatste ronden van de dan overheersende Nissan Skyline van het trio Olofsson-Hattori-Brabham, die de vloer aanveegde met de (onbestaande) concurrentie. Dirk vroeg me als afsluiter van de reportage hoe ik de toekomst van de 24 Uren zag. “De 24 Uren kunnen enkel heropleven als zij opnieuw deel uitmaken van een internationaal kampioenschap,” klonk mijn, overigens terechte, analyse. Het zou nog tien jaar ‘aanmodderen’ worden, vooraleer de stap richting GT en SRO als sterke promotor werd gezet.
In 1992 waren er de Olympische Zomerspelen. Omdat de halve sportredactie, dus ook Dirk De Weert, in Barcelona vertoefde, kreeg ik te horen dat ik als co-commentator zou samenwerken met een stagiair als hoofdcommentator. Op het ogenblik dat Steve Soper in die laatste ronden bezig was met in het inhalen van de BMW van Eric van de Poele, was die brave man een vooraf geschreven tekstje aan het voorlezen, waarin hij het nog eens had over de dominante Nissan enz. Ik en de kijkers thuis voor de buis zagen steeds uitdrukkelijker het beeld van de twee BMW’s en ik heb hem uiteindelijk, met veel gebaren, kunnen laten verstaan dat hét daar aan het gebeuren was en hij, verbaasd, inpikte bij het inhaalmanoeuvre van Soper op de Schnitzer BMW van VDP! Enkele jaren later, in 1994, heb ik nog de eer gehad om voor VTM/Kanaal 2 een live te doen van de 24 Uren, en deze keer in het gezelschap van Dirk Abrams. Gezien Peter Baert, toen VTM, meedeed en aan de leiding reed van de klasse, werd er voortdurend overgeschakeld naar beelden van de Renault en kon ik weinig aandacht besteden aan de dan winnende BMW van Tassin-Ravaglia-Burgstaller.
In tegenstelling tot wat het geval was met Spa, had ik nooit een échte band met de 24 Uren van Le Mans. Enkel omdat ik voor een krant werkte kon ik enkele keren op een uitnodiging rekenen van een merk of sponsor – Peugeot met Boutsen, BMW met Fina, Nissan met Van de Poele, RACB Racing for Belgium met de Ferrari 1001 Vrienden – en zo liep ik in 1996 in La Sarthe Jan Segers tegen het lijf. De latere politieke redacteur van Het Laatste Nieuws kende ik van de periode toen wij samen – veelal op kosten van Marlboro of Barclay – F3000 of Formule 1 volgden. Hij had ondertussen de krantenjournalistiek verruild voor sportzender Supersport en zat voor hen in Le Mans. “Jij kent toch nogal wat leuke verhalen, kom eens langs in mijn cabine,” klonk het voorstel. Met Bigazzi en TWR aan de start kon ik inderdaad putten uit mijn rijk archief.
Eén jaar later zou Segers terugkeren naar de krantenwereld, en wel als mijn… chef sport bij Gazet van Antwerpen! Op dat ogenblik stond ik op het punt de journalistiek in te ruilen voor een job bij RACB en toen ik hem, ergens in november van dat jaar, uiteindelijk mijn vertrek aankondigde, liet ik de naam van Jo Bossuyt vallen. “Als je iemand zoekt om de Formule 1 te verslaan, is hij de geknipte figuur. Hij schrijft nu voor Turbo Magazine.” En toen Jan Segers de overstap maakte naar Het Laatste Nieuws, wist hij meteen wie te contacteren voor het brengen van een degelijk F1-verslag. Jo Bossuyt is nog altijd de F1-man bij de grootste krant van Vlaanderen. En over Turbo Magazine gesproken: om mij te vervangen als hoofdredacteur van de Vlaamse versie, tipte ik bij uitgever Benoît Galand een zekere Gert Vermersch.
Het moet trouwens Jan Segers geweest zijn die dan weer mijn naam eerder doorspeelde aan Bart Raes, op dat ogenblik chef bij Canal+, ex-Supersport. Zij zochten in 1997 voor de eerste ‘live’ van de Formule 1 een co-commentator om Chris Croonen, later VTM Sport, bij te staan tijdens de Grote Prijs van Monaco. Wij werkten vanuit Zaventem en deden zowel rechtstreeks verslag van de vrije trainingen, kwalificaties als de race! Hoewel ik persoonlijk niet echt tevreden was over mijn commentaar en interventies, gaf Bart Raes mij goede punten en mocht ik samen met Chris Croonen het F1-seizoen uitdoen. Chris stapte nadien over naar VTM en hij werd bij Canal+ vervangen door niemand minder dan Dirk De Weert. In 2000 was het runnen van de Mazda MX5 Trophy mijn hoofdbezigheid en omdat de kalender van de Mazda’s vaak overlapte met die van de Formule 1, deed ik af en toe een beroep op de diensten van Jo Bossuyt en Gert Vermersch om plaats te nemen naast, nog steeds, Dirk De Weert. Zowel Jo als Gert gingen af en toe voor hun respectievelijke kranten – Het Laatste Nieuws en Het Nieuwsblad – op verplaatsing naar een Grote Prijs en waren daarom niet altijd in Zaventem beschikbaar. Trouwens, in ’99 was geregeld dat Dirk en ikzelf voor één keer ‘live’ vanuit Francorchamps de Grand Prix mochten verslaan. In die periode had Canal+, met hulp van Bernie E., de exclusieve rechten op de betere ‘pay per view’-beelden en kregen de open kanalen zoals RTBF en VTM een meer, zeg maar zéér beperkt, aanbod. Op het ogenblik dat wij vanuit onze cabine contact kregen met Zaventem bleek evenwel dat wij in Francorchamps op het open kanaal zaten, zoals RTBF en VTM, en dus ook op onze monitoren de beelden daarvan te zien kregen. Onze commentaren stemden helemaal niet overeen met wat de kijkers thuis exclusief op de buis zagen. Na die eerste sessie hebben wij de Ardennen verruild voor de studio in Zaventem! Voorgoed…
In 2001 werd mijn tijd volledig opgeslorpt door het programma van Peugeot Bastos in WRC – gekoppeld aan deelnames in Spa, Ieper en Condroz – en liet ik Canal+ volledig over aan Bossuyt en Vermersch. Het was overigens in het kader van het BK Rally dat mijn ‘smoel’ even te zien was in De Zevende Dag! In 2008 werd de heropbouw van het BK Rally bekroond met een ongeziene titelstrijd in de Condroz Rally, waarin Melissa Debackere als eerste vrouwelijke rijder het kampioenschap kon winnen. Dat item zorgde op zondagochtend bij de koffie voor een live interventie vanuit Hoei! Tekst en uitleg over de kansen van La Debackere werden verstrekt door de toenmalige woordvoerder van ‘den bond’… Beelden die later regelmatig terugkeerden in amusementsprogramma à la De Laatste Show, omdat een hotdog-etende supporter zich voortdurend achter mij positioneerde en zo (veel) in beeld kwam…
Via Peter Baert vond ik de weg terug naar het kleine scherm. De betreurde drijvende kracht achter Pitstop TV bracht vanaf 2010 het favoriete autosportprogramma bij Exqi TV op antenne en koppelde de reportages met gesprekken met toonaangevende autosportfiguren, die ingeblikt werden in de kleine studio in Lint. Eerder had hij mij al samen met cameraman Dirk Evens naar Dijon gestuurd voor het inblikken van een reportage over de Endurance Bikers en maakte ik aldus kennis met de wereld van de motoren.
De aankondiging dat Honda in 2013 zou terugkeren naar het WTCC was voor Peter een gelegenheid om het met mij te hebben over mijn bezigheden. Daarna hing hij meermaals aan de telefoon met de vraag om nog eens richting Lint te komen voor wat tekst en uitleg. Het was ook Peter die in 2010 mijn naam bij Ruben Van Gucht had laten vallen. Zo kon ik de huidige VRT-sportanker, samen met Joost Custers, op Exqi TV bijstaan tijdens de live van de 24 Uren van Spa. Een zeg maar nieuwe activiteit, die mij toeliet om nog eens terug te keren naar ‘mijn’ 24 Uren, waar ik tot en met 2009 de taak van press officer had waargenomen…
Begin 2016 zag ik Peter eindelijk terug. Hij bleek volledig hersteld van die vreselijke ziekte waarvan hij het slachtoffer was geworden en we hadden het tijdens een aangename lunch in de Spork over het brengen van TCR Benelux-reportages in Pitstop TV. Helaas. Tijdens het weekend van de 1000 Km van Spa, waar de TCR International Series aantrad en ik Toine Hezemans kon overtuigen om zoontje Loris te laten deelnemen aan TCR Benelux, verruilde ik even de Ardennen voor het Hasseltse crematorium om er afscheid te nemen van de plots overleden Peter Baert.
Afscheid, dat was in 2017 tevens de reden voor mijn komst in een reportage van RTBF, waarin uitvoerig met verschillende acteurs werd ingezoomd op de beslissing van Kronos Events om na de Finale Races op TT Circuit Assen een definitief punt te zetten achter TCR Benelux.