In mijn lange carrière heb ik heel veel mensen ontmoet, sommigen ook beter leren kennen en vaak vriendschappen voor het leven gesloten. En uiteraard ook getoond wat ik professioneel in mijn mars had. Zo iemand is de één jaar jongere William De Braekeleer, tot vorig jaar Motorsport-directeur van Honda Motor Europe.
Terugspoelen naar 1980. Om talentvolle jongelingen voor weinig geld aan hun trekken te laten komen in de éénzitters, zag in het kader van de races van Rétrorganisation, zeg maar de regionale races van de jaren tachtig, Pro Formula het levenslicht. Een vrije eenzitterformule beperkt tot 1600cc, maar waarin iedereen, jong en oud, zich mocht komen meten. Een jury bestaande uit enkele journalisten (Pierre Van Vliet, Pierre Dieudonné, mijn goede en veel te vroeg gestorven collega Marc Martens en ikzelf), een renschool-verantwoordelijke (André Pilette zaliger) en J.G. Mal-Voy (de ondertussen ook al betreurde boss van de Belgian VW Audi Club), kenden op basis van prestaties “sterren” toe. Het ging hem niet om als eerste de eindmeet te bereiken – de snelste auto wint! -, want zowel de ‘speed’ van de rijder, de persoonlijke presentatie als een mogelijk ‘sponsordossier’ werden in afweging genomen bij het toekennen van de “sterren” van Pro Formula. Dankzij de medewerkende gespecialiseerde bladen (Autohebdo voor de Franstaligen; Keesing Auto Magazine, in het Noorden van het land) verkregen zij automatisch heel wat exposure en traden alzo op het voorplan.
Antwerpenaar William De Braekeleer heette de eerste laureaat, die in 1980 door de jury werd bedacht met niet minder dan drie sterren! Na een debuut in de 2PK-racerij – hij presteerde het om de 24 Uren van Zolder vol te maken met zo’n geit! -, won hij het Pilette Stuurwiel, wat hem toeliet drie keer aan de start te verschijnen in Pro Formula. Met de hulp van enkele sponsors kon hij bij F.Ford-constructeur Vaney – een Zwitser met de paddock van Zolder als thuisbasis – een Crossle huren en het seizoen in Pro Formula afsluiten met een mooie overwinning.
In Keesing Auto Magazine, november 1980, kreeg William daarom een stukje, ondertekend door KW, en dat geïllustreerd werd door een foto van William, éénzaam, op het weinig tot de verbeelding sprekende podium!
De bedoeling was om in 1981 aan te treden in de Benelux Formule Ford, maar daar is niks van in huis gekomen. Straffer. Voor de 24 Uren van Spa – ja, daar gaan we weer! – vond hij een zitje in de tweede Holvoet-Corolla, aan de zijde van Dominique Holvoet en een zekere Renaud d’Ursel, maar samen met nog negen andere ongelukkigen, geraakte de #61 niet door de kwalificaties!
In 1982 maakte hij achter het stuur van een Golf GTI deel uit van het eerste en zeer zwak uitgevallen startveld van het BK Groep N en, opnieuw, in de 24 Uren waagde hij zijn kans in een gr.A Nothelle SAN Golf, die hij deelde met de betreurde Dominique Schwarts (ook bekend als uitgever van de Belgische Autohebdo) en Gérard Marcy (die we kenden van Paris-Dakar). Het trio kon de etmaalrace niet volmaken, waarop William, nog steeds samen met copain Schwarts, één jaar later opteerde voor de Audi 4000, ex-Marc Piessens. Samen met tuner/rijder Franz Dubois haalden zij de eindmeet op een 16de plaats, ver achter de winnende BMW 635 van Tassin-Heyer-Hahne…
Gebrek aan middelen deed William in 1985 opteren voor de nieuwgeboren VW Polo Challenge, omdat de Belgian VW Club leuke start- en aankomstpremies voorzag, waarmee je je jaarbudget kon spijzen. Een last minute-beslissing, want slechts één week voor het New Race Festival, de traditionele seizoensopener, ging hij over tot de aankoop van een VW Polo GT. Broer Edouard, nu nog actief in de VW Fun Cup, ontfermde zich over het ‘roderen’ van de nog-niet-race Polo en met de hulp van de Van Dalen-broertjes werden in de paddock in Zolder de laatste bouten van de gemonteerde rolkooi vastgeschroefd!
Nadien gaf hij er de voorkeur aan om voltijds te gaan werken bij D’Ieteren, van waaruit hij werd benoemd als marketing manager van het prille SEAT Import en ik als journalist de draad opnam met de ex-coureur. We zijn dan in 1989. Eén jaar eerder was Julie, mijn oudste dochter geboren, en precies op dat moment kreeg ik van Renault het aanbod om assistent-pr te worden. Vaderschap, verantwoordelijkheid, een vast inkomen en bovendien had de FIA, enkele dagen na de geboorte van Julie, ‘mijn’ EK Toerisme geschrapt! Het waren zaken die ik als kersvers familieman ernstig in overweging nam. Renault had uiteraard qua autosport heel wat in de aanbieding – Boutsen zou in ’89 voor Williams Renault rijden – maar mijn job draaide toch vooral rond industrie en ik zag mezelf daar niet meteen functioneren. Ik bedankte Renault en mijn plaats zou ingenomen worden door Eric Nève (ex-finalist Belga Stuurwiel, coureur in de Clio Cup en later team-manager van Chevrolet in WTCC). Hij kreeg daarop bij Renault BL een nieuwe baas en die heette, jawel, William De Braekeleer! Op het ogenblik dat Nève mogelijk richting de hoofdzetel in Parijs zou verhuizen, en wetende dat ik eerder op de lijst stond van de kandidaten, polste William mij voor de job die ik eerder had laten staan. Mijn antwoord en beslissing kreeg hij meteen te horen toen we de aangename lunch ergens in de buurt van de Waterleidingstraat afsloten: ik voelde mij nog te veel journalist!
Na een moeilijke tijd bij Renault kon William ondertussen aan de slag in Aalst bij Honda Belgium, alwaar hij borg stond voor de inzet van een VZM Accord in de Procar voor achtereenvolgens Didier de Radigues en Thierry Tassin (in de fameuze Stella Artois-kleuren). Programma’s die konden verwezenlijkt worden dankzij de steun van het Europese Honda-moederhuis. Toen men daar een vervanger zocht voor het leiden van Honda Europe Motorsport stond William op de eerste rij. Het was onder zijn hoede dat een zekere Tom Kristensen een vaste stek kreeg in een JAS Honda voor zowel de Duitse STW als het hoogstaande BTCC!
Doorspoelen naar 2010. Na mijn, zeg maar verplicht vertrek uit de Aarlenstraat, was William één van de eersten die mij opbelde om te vragen naar het hoe en het wat van deze nieuwe situatie. Hoewel Honda niet (meer) aanwezig tekende in WTCC, hield William de vinger daar nauw aan de pols en gaf hij mij de tip dat er op Circuit Zolder een persconferentie zou plaatsvinden naar aanleiding van de organisatie van het WTCC-weekend in juni. “Je moet je laten zien, je kan er wellicht contacten leggen voor één of andere job,” motiveerde hij mij… Zo geschiedde, want door mij daar te zien, gaf Walter Goossens, dan nog verantwoordelijke marketing op Circuit Zolder, de eerste aanzet om mij de persdienst van de Belgische WTCC-round toe te vertrouwen!
Via die eerste job voor Circuit Zolder was ik, via Thierry Deflandre, toen baas van Circuit Zolder, beginnen werken aan de organisatie van de European E-Bike Election, die in 2011 werd georganiseerd in het kader van de Clean Week, en had daarop tijdens het Autosalon de eerste contacten gelegd met potentiële importeurs voor het afvaardigen van e-bike-modellen voor deze unieke verkiezing. Parallel begon ik de internationale jury samen te stellen, met motorjournalisten van over heel Europa, hetgeen uiteindelijk zou resulteren in het jureren van zo’n dertig verschillende ebikes door een twintigtal journalisten, die gedurende de twee dagen Clean Week in het Pitshotel verbleven.
Enige tijd later hing William opnieuw aan de telefoon, of ik interesse had om een beetje te werken voor Honda Racing in de Speed Euro Series, kleine sportwagens, met Dallara en Ligier als koplopers, en allen aangedreven door de Honda VTEC-motor. De Speed Euro Series was in de eerste plaats het levenswerk van de onvermoeibare (en, helaas, ook al betreurde) en flegmatieke Stuart McCrudden, met wie ik nadien tijdens de WTCC-campagne intens zou mogen samenwerken.
Honda Racing, Circuit Zolder – met in 2011 opnieuw WTCC en later FIA GT – en ondertussen maandelijks stukjes schrijven voor Autonews: I was back in town!
Na Spa en Imola met de Speed Euro Series werd ik ook in Silverstone verwacht, totdat William mij opbelde met de vraag mijn reisje naar het VK te schrappen, een vlucht te boeken naar Budapest en aldus af te reizen naar de Meszek Rally! “Er zijn daar naast JAS heel wat Hongaarse Honda-coureurs aan het werk en naar de toekomst toe is het belangrijk dat wij voeling krijgen met deze Customers,” luidde mijn opdracht. Op basis van mijn bevindingen ontwikkelde JAS nog meer (en beter) de klantendienst en reisde ik in 2012 af naar de openingsround van IRC op de Azoren. Niet veel later werd ik gecontacteerd door Marc Van Dalen. Of ik Kronos Events kon helpen bij de heropstart van de VW Fun Cup en het nieuwgeboren BRCC?
Idem in 2013. BRCC, VW Fun Cup en Honda Racing Customer in het nieuwe ERC, waarbij de klemtoon lag op het door JAS runnen van een Civic Type R voor het Hongaarse duo Zoltan Bessenyey-Julianna Nyirfas. Na een helse Europese campagne slaagden we erin om tijdens de Croatia Rally Honda de 2WD-titel te schenken. Ook in 2014 kreeg ik het Hongaarse duo onder mijn hoede, maar de klemtoon lag in de eerste plaats op mijn nieuwe taak bij Honda Racing en dat was die van press officer van Honda Racing WTCC, mét William De Braekeleer als mijn rechtstreekse baas, en Gabriele Tarquini als één van de coureurs! Het was met de Italiaanse veteraan een leuk weerzien, nadat ik precies met hem in ’97 mijn laatste interview deed voor Turbo Magazine en de journalistiek zou verlaten. Wie ik ook terugzag in het WTCC, was Yves Matton, mijn ex-collega bij Kronos Racing, en dan de drijvende kracht achter de switch van Citroën Sport naar het circuitgebeuren. De wereld is klein…
Tijdens de WTCC-persdag op het Spaanse Valencia bleek meteen dat ze bij Citroën hun huiswerk zeer goed hadden gemaakt. Nog voor de nieuwe TC1-regels golden, draaide de Citroën C-Elysée al testrondjes, terwijl er in Arluno, de basis van JAS Motorsport, nog gesleuteld werd aan de eerste Civic in TC1-uitvoering. Het zou een moeilijk seizoen worden voor de Honda’s van het Castrol-duo Tarquini-Monteiro en Customers Michelisz-Bennani.
Uiteindelijk zorgde Mehdi Bennani in Shanghai, flink geholpen door de omgedraaide Top 10 op de grid, voor de eerste overwinning van Honda in het WTCC. Zelfs al hadden we liever een andere Honda – lees Tarquini of Monteiro – zien winnen, de vreugde was niet minder groot, want wat telde voor de voltallige Honda-crew was dat er géén Citroën won! Bij het vanuit de JAS-box naar het podium stormen, om er een dolgelukkige Bennani te begroeten, voelde ik plots een hevige klap op de schouders, gevolgd door een ‘well done’ en die begroeting kwam van een uitgelaten Andrea Adamo, chief designer van de Honda TC1 en tot voor kort beter bekend als team principal bij Hyundai WRC! Die ochtend had ik met hem tijdens het ontbijt nog uitvoerig gebabbeld over onze respectievelijke afkomst in de racerij: hij die als zoon van een race-commissaris op de eerste rij zat bij het beleven van zijn eerste Italiaanse races en ik als supporter-manager van mijn broer en zo begon te schrijven.
Een full seizoen in WTCC – met overzeese campagnes naar Argentinië en China -, enkele verplaatsingen naar het ERC (met tegenvoeter Ely Evans aan de start in de eerste Estonia Rally) en een bijna volle kalender met BRCC en VW Fun Cup, maakte dat ik in 2014 uit mijn valies leefde. Enkele weken na de finale in de straten van Macao moest William, tegen zijn zin, mij ‘bedanken voor bewezen diensten’. In het hoofdkwartier in Londen had iemand beslist om de persdienst in het WTCC toe te vertrouwen aan een Brits agency en het was mijn hoofd dat moest rollen.
Op dat ogenblik had Marcello Lotti het concept TCR – wat eerst TC3 heette, maar om verwarring te vermijden met WTCC TC1 en TC2, werd het braaf aangepast tot TCR(acing) – uitvoerig en worldwide gelanceerd en wist ik van Marc Van Dalen dat Kronos Events én RACB in 2016 onder de vlag van TCR Benelux gingen voor een heropstanding van een echt sprintkampioenschap in de Lage Landen. “Ik heb je nodig, je vertrek bij Honda komt mij goed uit,” waren de woorden van Marc Van Dalen, toen ik hem vertelde dat mijn tijd bij Honda WTCC erop zat.
Zowat één jaar later organiseerde Kronos Events op Circuit Mettet de TCR Benelux Kick Off en dat was meer dan een schot in de roos! Onder de goedkeurende blik van Lotti, himself, kon er door potentiële coureurs/klanten worden testgereden met de SEAT Leon en de gloednieuwe, jawel, JAS Honda Civic Type R – ik versierde met de hulp van Xavier Daffe een test ervan in Autogids! – , Opel pakte in wereldpremière uit met de gloednieuwe Astra TCR en ook VW toonde voor de eerste keer de Golf in TCR-uitvoering.
“Alors, raconte,” wou iemand die avond aan de telefoon horen hoe de Kick-Off was verlopen. Die persoon die mij had opgebeld, was William De Braekeleer.